De Tweede Kamer debatteerde woensdag voor de laatste keer over een compensatie van 1400 euro voor studenten die binnen het leenstelsel vallen. De woorden ‘fooitje’ en ‘tegemoetkoming’ geven de verschillen tussen partijen weer. René Peters van het CDA vraagt zichzelf af of we wel kunnen spreken van ‘de pechgeneratie’. Oppositiepartijen herhalen hun betoog dat de compensatie te laag is.
Over één ding zijn de partijen in het Tweede Kamer het eens: “het is een goede zaak dat de basisbeurs terugkeert.” De onenigheid zit hem echter in de compensatie voor studenten die tussen schooljaar 2015/2016 en 2022/2023 gestudeerd hebben. Het kabinet wil een tegemoetkoming van 1400 euro geven aan leenstelselstudenten.
“De gemiddelde schuld van studenten in het leenstelsel is 27.745 euro. Je kunt studenten dan niet afschepen met een fooitje van 1400 euro”, vindt kamerlid Stephan van Baarle van DENK.
Niet met terugwerkende kracht
René Peters van de coalitiepartij CDA verdedigt de kabinetsplannen. “Toen de Algemene Ouderdomswet (AOW) werd ingevoerd waren er mensen die al lang 65 jaar waren geweest. Zij kregen ook niet het geld uitgekeerd dat ze misliepen. We kunnen de studieschuld van leenstelselstudenten niet met terugwerkende kracht ongedaan maken.”
Kamerlid Nicki Pouw-Verweij van JA21 is het niet eens met deze vergelijking. “Bij de AOW gingen mensen van niets naar iets. Hier hebben wij het over een basisbeurs die studenten vóór 2015 wel kregen, de studenten van nu niet krijgen en aankomende studenten weer wel krijgen. De leenstelselstudenten gaan niet mee op een positieve golf.”
Pechgeneratie of niet
Kamerleden Peter Kwint van SP en Frank Wassenberg van de PVDD spreken daarom over een pechgeneratie. “Deze 1400 euro is een tegemoetkoming en geen fooi, maar je gaat de ongelijkheid in de pechgeneratie er ook niet mee tegen”, vindt Kwint.
Minister Peters vindt dat er helemaal niet te spreken valt over een pechgeneratie. “Met pech heeft het niks te maken. Het leenstelsel is een bewuste keuze waarvan we nu zeggen dat het een dom idee was.” Hij ziet geen verhoging van de compensatie voor zich. “Het blijft een tegemoetkoming en geen schadevergoeding.”
Volgende week wordt er gestemd over de compensatie voor leenstelselstudenten.