Flat Preloader Icon De Kickstarters

Author Archives: Lucia Geelen

Een bleke huid, donkere kringen onder de ogen en duidelijk zichtbare botten: heroin chic is terug. Het is na de BBL-trend van de afgelopen jaren, een terugkomend lichaamsideaal uit de jaren ’90. Maar aan de steeds wisselende lichaamsidealen zitten gevolgen, vertellen psycholoog Jana Recks en trendwatcher Mark Schipper.

Trendwatcher Mark Schipper vertelt dat het geen goede ontwikkeling is dat identiteit voortkomt uit hoe je lichaam eruitziet. ”In deze nieuwe levensfase ontwikkelen jongvolwassenen een eigen identiteit. Daarbij zijn ze erg bevattelijk voor bekende figuren met een bepaald lichaamstype.”

De maatschappij speelt, los van het schoonheidsaspect, volgens Schipper een rol in die identiteitsvorming. ”Het lichaam is afgeleid van hoe jongvolwassenen leven. Het fluïde leven van tegenwoordig benen zij bij met een fit lichaam waarvoor zij de uren doorbrengen in de sportschool.”

Tijdlijn 

Lichaamsidealen blijven zich door de tijd heen sterk ontwikkelen. Van curves in de naoorlogse jaren tot een afgetraind lichaam in de 80’s: in de tool hieronder zie je welke trends zich sinds de jaren ’50 voordeden.

Wisselde lichaamsidealen

Lichaamsidealen veranderen dus flink door de jaren heen. Aan de steeds wisselende idealen zit volgens psycholoog Jana Reck een gevaar. ”Het is erg verwarrend voor jongvolwassenen die met zoveel invloeden van social media vaak niet bewust doorhebben dat lichaamsidealen zo snel veranderen. Door die veranderingen gaan ze gaan vaak twijfelen aan zichzelf.”

Schipper vindt dat wisselende trends aan de andere kant ook iets positiefs teweeg kunnen brengen. ”Het is goed dat niks hoéft te blijven. Omdat jongvolwassenen constant iets nieuws willen in het snelle leven, kunnen ze ook weer afstappen van een trend.”

Invloed social media

”Met een gsm in handbereik, krijgen jongvolwassenen te maken met een hoop invloeden. Op social media vergelijken zij zich al vanaf jonge leeftijd met een onrealistisch beeld en gaan daardoor focussen op het negatieve”, vertelt Reck. ”Ook vroeger waren er wisselende lichaamsidealen. Toen werd er ook al genoeg reclame gemaakt voor bijvoorbeeld korsetten.”

”Reclame over schoonheid wordt veel meer naar vrouwen gericht, denk aan een anti aging crèmes.” Toch moeten we de druk bij mannen volgens haar niet onderschatten. ”Ook mannen ‘moeten’ voldoen aan de maatschappelijke eis. Voor hen is dit een strak, gespierd en breed lichaam. Dat kan ook schaamte met zich meebrengen.”

Schipper voegt eraan toe dat offline momenten een luxe zijn voor jongvolwassenen. ”We gaan in de toekomst nog meer invloeden tot ons nemen, omdat social media nog meer een rol in het leven zullen gaan spelen.” 

Ontwikkelen van een eetstoornis  

Tegenwoordig zien we de heroin chic look uit de jaren ’90 vanuit de catwalks weer voorbijkomen. ”Over een dun lichaam worden snel goede associaties gemaakt. Je zou dan succesvol of sexy zijn. Bovendien krijg je al vanaf kinds af aan vanuit sprookjes mee dat de slechterik vaak dik is”, vertelt Reck. 

De heroin chic look kenmerkt zich niet alleen door een extreem dun lichaam. Het gaat ook over drugsgebruik. Reck vindt deze trend zorgelijk. ”Je werkt er eetstoornissen mee in de hand. Het is voor jongvolwassenen makkelijk om controle zoeken in je eetpatroon, maar er speelt veel meer mee in je lichaam.” 

Body positivity

Terwijl de heroin chic look lijkt terug te komen, woedt er ook een bodypositivitybeweging. ”Er heerst altijd een tegentrend”, verklaart Schipper. ”Heroin chic zou een terugkeer als reactie op de bodypositivitybeweging kunnen betekenen. Bovendien heeft de generatie van nu een rauw randje en zijn vaak opstandig.”

Reck geeft je een aantal tips om je zelfbeeld te verbeteren. ”Zet je social media op een positieve manier in. Volg bijvoorbeeld accounts van mensen met andere huidskleuren of lichaamsbouw, zo ben je zelf onderdeel van de diversiteit. Koppel je eigenwaarde los van de trends en blijf dichtbij jezelf. Laat je niet tegenhouden door een lichaamsideaal en geniet van het leven. Het licht niet aan jouw lichaam, maar dat het is puur iets wat de maatschappij je wil opleggen. Denk bovendien eens na over welke overtuigingen jezelf hebt over dun zijn, wat ligt daaronder?” Meer tips over het verbeteren van je lichaamsbeeld, vind je hier.

Meer lezen over identiteit? Klik hier!

De woningmarkt is krap en de huizen zijn duur, waardoor starters zoals Marieke (24) in hun studentenhuis blijven wonen. Dat lijkt een goedkope en handige tussenoplossing, maar is een kwalijke ontwikkeling volgens hoogleraren en studentenhuisvesters.  

In het Tilburgse Oud-Noord, verscholen in een hoekwoning, vind je het studentenhuis van Marieke. Voor haar studie pedagogiek verliet ze Anne Paulowna, een dorpje onder Den Helder, en belandde in de zomer van 2021 in het kleine, maar knusse studentenhuis aan de Houtstraat. 

Na ruim een half jaar zoeken kon ze dan eindelijk op een kijkavond komen. De huurbaas zocht nieuwe studenten van ver weg, dat kwam goed uit voor Marieke. Ze trok met haar hebben en houden in haar Ford Fiesta naar het Zuiden van het land. 

Marieke heeft een kamer op de benedenverdieping. Voor het raam aan de straatkant hangen smaragdgroene gordijnen. Ze heeft haar zestien vierkante meter slim ingericht: er past precies een bank, bed, bureau en boeken-, buffet- en kledingkast in. Het hoge plafond laat het wel wat ruimer lijken. 

Omdat pedagogiek haar uiteindelijk niet beviel, kon ze na het afbreken van haar studie wel blijven hangen bij haar stageplek. Marieke werkt nu fulltime in de kinderopvang, maar woont nog wel in het studentenhuis met vijf studenten. Wanneer je niet meer studeert, moet je officieel gezien het studentenhuis verlaten. ”Ik heb nooit verteld dat ik ben gestopt met mijn studie. Ik moet dus min of meer liegen om hier te mogen blijven wonen.”

Een kort maar krachtig antwoord bevestigt Mariekes ongenoegen over de Tilburgse woningmarkt. ”Ook een huurhuis is gewoon te duur in je eentje. Ik betaal nu 366 euro in de maand, terwijl je voor een starterswoning in Tilburg makkelijk 1.200 euro aan huur betaalt. Met een salaris van 1.900 euro is dat gewoon niet te doen”, zucht ze.  

Starterswoning voor 380 duizend euro 

Jaap Draaisma, gastonderzoeker Grootstedelijke Vraagstukken aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) vertelt dat de woningmarkt de afgelopen jaren, vanaf 2015 tot 2016, met name in de grotere steden, snel duurder is geworden en daarmee voor een groot deel niet meer betaalbaar voor lage en middeninkomens. Recent afgestudeerden behoren, zeker de eerste jaren na afstuderen, tot de lage en middeninkomens. 

In mei 2022 kostte de doorsnee starterswoning ruim 380 duizend euro. Het recente onderzoek van Vereniging Eigen Huis laat zien dat 67% van de ondervraagde starters weten dat ze minder willen en/of kunnen uitgeven aan een koopwoning dan de beginprijs waarvoor zij woningen vinden in hun zoektocht. Ook worden starters negen van de tien keer overboden door anderen waardoor een huis nog duurder wordt verkocht dan dat het aangeboden wordt. Daardoor blijven starters langer thuis of in een studentenhuis wonen. 

Vereniging Eigen Huis ziet een koopwoning van 260 duizend euro als ‘betaalbaar’. Karsten Klein, directeur belangenbehartiging vindt dat je met een woning van 260 duizend euro aansluit op het inkomen van starters. ”Veel jonge werkende mensen zitten daardoor vast in een piepkleine studentenwoning, blijven thuis bij hun ouders of zijn noodgedwongen veroordeeld tot een peperdure huurwoning. Dat zijn scenario’s die voor niemand wenselijk zijn.” Starters betalen bovendien gemiddeld één derde van hun besteedbare inkomen aan hypotheeklasten, meldde ING Research in een recent rapport

Volgens de plannen van minister Hugo de Jonge moeten er in 2030 zo’n 900 duizend woningen zijn bijgebouwd. Deze plannen staan momenteel onder druk wegens ‘grote tegenslagen.’ Hoe dat plan precies in elkaar steekt, lees je hieronder. 

Wonen in andere levensfase 

Marieke merkt dat ze bovendien in een andere levensfase zit dan haar huisgenoten, die wel student zijn. ”Zij willen stappen, werken vaak niet en steunen op ome DUO en hun ouders. Ik ben fulltime aan het werk en heb geregeld geldzorgen. Ik heb het gewoon niet breed. De zomervakantie komt eraan, festivals staan voor de deur en mijn auto heeft kuren.” 

”Ik zat al in die situatie tijdens mijn opleiding. Ik had destijds al geen klik met zowel het onderwijs als de mensen. Ik had toen een bijbaan in de horeca van twintig tot dertig uur in de week, liep nog acht uur stage en was druk bezig met mijn vaste lasten.” Marieke nam die stress vaak mee naar huis. ”Bovendien gaan mijn huisgenoten vaak ieder weekend richting hun ouderlijk huis. Ik niet en dat is soms eenzaam, mede omdat mijn familie tweehonderd kilometer verderop woont.” 

Het studentenhuis heeft af en toe huisuitjes, maar leeft voor de rest allemaal vrij op zichzelf. ”Het is geen feesthuis”, bevestigt Marieke enigszins opgelucht. Dat is een pluspunt voor de kinderopvangmedewerkster, die iedere ochtend om zeven uur ‘s ochtends op haar werk moet zijn en dus rond zessen op moet staan. ”Ik kan gewoon goed slapen zonder studenten die midden in de nacht met herrie thuiskomen van het stappen. Ook een fijn gegeven voor de buren, die in eerste instantie schrokken toen ze erachter kwamen dat het een studentenhuis was.” 

Marieke slaakt een diepe zucht. ”De vorige huurbaas was een echte huisjesmelker. De wasbak liep niet door, het internet lag er keer op keer uit, de kamers waren slecht geïsoleerd en ik zat lang op een kamer waarvan het raam niet eens open kon. We moesten alles zelf oplossen.” Op een gegeven moment lagen de temperaturen in Mariekes kamer in de zomer op 43 graden. Daardoor liep ze een longontsteking op. Met de komst van de nieuwe huurbaas in de zomer 2021, kan het raam dan eindelijk open. ”Het raam heeft zelfs kozijnen en dubbelglas!”, roept Marieke enthousiast. 

Grijs gebied rondom de doorstroom  

Doorstroming tussen de studentenwoningmarkt en de rest van de woningmarkt is van belang om aanbod vrij te maken voor nieuwe studenten. In 2020 verhuisde 40 procent van de uitstromende studenten na meer dan twee jaar of is überhaupt nog niet verhuisd, blijkt uit een rapport van het kenniscentrum voor studentenhuisvesting Kences. 

Een paar jaar geleden zag SSH Student Housing de inschrijftijd van de inwonenden oplopen. De studentenhuisvesting is dan ook gestart met een campuscontrole. ”Met het invoeren van de campuscontrole zorgen we ervoor dat alle afgestudeerden ook weer op tijd vertrekken, zodat de kamers beschikbaar blijven voor studenten en de wachttijd zo kort mogelijk blijft”, vertelt woordvoerder Lisa Plender. ”Studenten mogen na hun afstuderen nog één jaar bij ons blijven wonen in een kamer met een campuscontract. Maar in de praktijk blijkt dit vaak iets langer te zijn.”  

Draaisma bevestigt dit. ”Afgestudeerde studenten komen met allerlei creatieve oplossingen. Zo proberen soms onder een campuscontract uit te komen door zich (weer) voor een studie op te geven, waardoor ze langer op de studentenwoning kunnen blijven zitten.” Vanaf juni 2020 gelden er een nieuwe doorstroomregels. Niet-studenten die de leeftijd van 32 bereikt hebben moeten hun woning verlaten. Wanneer een nieuwe huurder de woning betreedt, mag deze niet ouder zijn dan 27 jaar en daar maximaal vijf jaar wonen. 

De particuliere markt, zoals het studentenhuis van Marieke, kent deze contracten niet of nauwelijks. ”Ik heb bij mijn oude huurbaas, de huisjesmelker, een contract van een jaar getekend, daarna kon ik mijn huur maandelijks opzeggen. Hij zat erg op het geld in tegenstelling tot de nieuwe huisbaas, onderdeel van een particulier bedrijf. Daar heb ik wel geluk mee”, vertelt Marieke met een bescheiden glimlach. 

Er lijkt een flink tekort aan studentenwoningen aan te komen. Het aantal zal de komende paar jaar nog wel aanhouden. Hoe dit in elkaar steekt, lees je hieronder. 

Naast het tekort aan starterswoningen, is er ook een tekort aan woonruimten in Nederland, wat allerlei gevolgen heeft. De druk op de studentenwoningmarkt neemt de komende vijf jaar naar verwachting toe. De toename van de druk vinden plaats in het overgrotedeel van de negentien grootste studentensteden. 

Oplossingen voor de vervolghuisvesting 

In een krappe woningmarkt is het investeren in goede vervolghuisvesting volgens Hoogleraar Housing Systems Marja Elsinga een gezamenlijke opgave voor gemeenten, investeerders en ontwikkelaars en is essentieel voor de doorstroom van afgestudeerden.  

Een oplossing om de doorstroom gemakkelijker te maken is een jongerencontract aanbieden. SSH biedt bijvoorbeeld naast reguliere studentenkamers ook zelfstandige woningen voor niet-studenten aan. ”Met een jongerencontract hoef je niet te studeren om bij ons te wonen en dit contract geldt voor vijf jaar. Studenten die bij ons wonen in een kamer, kunnen zo ‘doorgroeien’ naar een zelfstandige woning”, vertelt Plender. 

Faissal Boulakjar is Tweede Kamerlid van de D66 en heeft de portefeuille wonen onder zich. Hij vindt het belangrijk dat de nieuwe woningen juist voor starters moeten zijn omdat zij weer perspectief op een betaalbaar huis moeten krijgen. Recentelijk diende hij een motie in en gaat binnenkort samen met Hugo de Jonge, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in gesprek met vastgoedeigenaren en gemeenten. ”Kijk waar je bijvoorbeeld bestaande gebouwen kunt optoppen met extra lagen of kunt aanplakken. Hiermee kun je veel snelheid winnen om extra woonruimte te creëren voor starters. We hebben in Nederland vier miljoen vierkante meter aan leegstaande kantoorruimte terwijl we een woningtekort hebben”, vertelt Boulakjar. 

Er zullen volgens Draaisma niet veel afgestudeerden naar een koopwoning in de steden verhuizen. ”De omvang van de particuliere huursector is in de steden, maar ook in de stedelijke regio’s rond de steden, de laatste jaren groter geworden. Hier zullen nu veel afgestudeerden naar doorverhuizen. Veelal tijdelijk, om vervolgens na een aantal jaren toch, wanneer het inkomen hoger geworden is, een woning te kopen.” 

Marieke is nu niet op huizenjacht, maar spaart ondertussen wel. Ze zou ooit graag een huis willen kopen en willen beginnen met een nieuwe studie. Daarom moet ze wel eens bezuinigen. ”Een paar Nike sneakers van honderd euro voor mezelf vind ik echt te duur. Laatst heb ik dus maar sneakers van het merk Scapino voor veertig euro gekocht. Maar ze zijn even leuk hoor! Ze hebben zo’n hoge zool, à la All Stars”, vertelt ze trots. 

”Mijn droomhuis?” Ze hoeft niet lang na te denken over een antwoord. ”Een vrijstaand huis of een gezellige twee-onder-een-kapper in een leuk dorp vlak bij een station en een basisschool in de buurt. In de toekomst zie ik mezelf namelijk voor de klas staan”, vertelt Marieke opgewekt. Haar toon verandert na een korte stilte in een lichte aarzeling. ”Maar nu ben ik nog jong dus zou ik de stad nog niet zo snel willen verlaten. Hopelijk ben ik over een paar jaar weg uit het studentenhuis en vind ik een betaalbaar koophuis, want hoewel ik goedkoop huur en ik het hier best prima heb: tot mijn 29ste in dit huis blijven, zie ik echt niet zitten.” 

Meer lezen over wonen? Klik hier.

Afbetalingsapps zoals Klarna en Riverty duiken vaker op als schuldeisers in de schuldhulpverlening. Uitgesteld betalen is té verleidelijk voor jongvolwassenen, maar kan ernstige gevolgen hebben.

Misschien maak je zelf wel eens gebruik van de apps Klarna en Riverty. In Nederland zijn het de twee grootste aanbieders van uitgesteld betalen. Deze bedrijven bieden aan om de rekening voor te schieten aan webshops.

De afbetaalapps kun je bijvoorbeeld gebruiken bij H&M, Blokker en IKEA. Je kunt nu zelfs bij CheapTickets op vakantie via uitgesteld betalen. Je krijgt twee tot zes weken de tijd om de rekening te betalen. Als je dat niet doet, word je geconfronteerd met boetes van 15 tot 40 euro per aankoop. 

Stijging claims jongvolwassenen

Steeds meer jongvolwassenen maken gebruik van afbetalingsapps als Klarna of Riverty, meldt Autoriteit Financiële Markten (AFM). Sinds 2018 is het aantal cliënten met een schuld bij Klarna namelijk verviervoudigd. Bij Riverty vond er zelfs een verdubbeling plaats in de afgelopen vijf jaar.

Bewustwording

Wijzer in Geldzaken geeft aan dat het belangrijk is om mensen bewust te maken om geldzaken op orde te hebben. ”Winkelen op afbetaling kan een handige manier zijn om spullen van een onbekendere website te testen. Echter ervaar je bij achteraf betalen geen betaalpijn op het moment dat je een product koopt. Wanneer iemand met fysieke geldbriefjes betaalt, doet die uitgave meer ‘pijn’ en maken mensen vaak andere keuzes. Digitaal is dat besef er minder. Laat staan op afbetaling”, vertelt Christian Meijer.

In de schulden: wat nu?

Wanneer je (veel) schulden maakt bij afbetaalapps, kun je via je gemeente geholpen worden door een schuldhulpverlener. Het begint vaak met het in beeld brengen van het budget en de gemaakte schulden. Zo krijg je overzicht, inzicht en leer je rond te komen met het geld dat je hebt in plaats van te leven op krediet. 

Een tweede stap is het treffen van betalingsregelingen met de schuldeiser. Wanneer hier onvoldoende ruimte voor is, wordt er vaak toegewerkt naar een vorm van een schuldsaneringsregeling. Er zijn minnelijke- en wettelijke schuldsaneringen (WSNP). De rechtbank toets in de WSNP of er wordt voldaan aan de wetgeving.

Strengere regels

Het kabinet wil strengere regels op afbetalingsapps gaan hanteren, meldt RTL Nieuws in een recent artikel. Een goede beslissing, vindt Meijer. ”Je weet niet hoe je financiële situatie er over een paar weken uitziet wanneer je nu kiest voor achteraf betalen.” Klarna en Riverty moeten onder druk van het kabinet nog deze maand met een plan van aanpak komen om het opstapelen van schulden te voorkomen. Het Europees Parlement zal waarschijnlijk vóór de zomer stemmen over de aanpassingen.

Meer lezen over geld? Klik hier!

Deze week is het de twaalfde editie van de Week van het geld. Dit jaar met het thema ‘Bedwing de bling’. Het initiatief van Wijzer in geldzaken wil jongeren bewust maken van verleidingen om hen heen. Maar hoe ga je hiermee om? Budget coaches Indika Vermeij en Lieke Nusteling vertellen hier meer over.

Uit onderzoek van Nibud blijkt dat 40 procent van de jongeren tussen de 18 en 30 jaar geld uitgeeft om leuke dingen te kunnen doen. Budget coach Indika Vermeij ziet dit ook. ”Jongvolwassen besteden hun geld vooral aan leuke dingen zoals kleding en dure abonnementen. Daarnaast heerst er een sociale druk om mee te kunnen met leeftijdsgenoten en geld uit te geven aan gezellige dingen doen zoals uitgaan.”

Fast phase lifestyle

Bovendien speelt volgens budget coach Lieke Nusteling de fast phase lifestyle mee met het ‘bijbenen’ van mede starters. ”Je wilt toch meegaan met de trend van de nieuwe iPhones, kleding en andere hebbedingetjes. Maar vind je het echt leuk en vooral: heb je het echt nodig?”

Het is volgens Nusteling dan ook belangrijk om je bewust te zijn van je eigen normen en waarden. ”Ga na wie je bent als persoon en wat jij belangrijk vindt om te doen in het leven. Ben jij een echt familiemens? Besteed dan een keer minder geld aan kleding en neem daarvan je oma mee uiteten.”

Budget coach Vermeij is ook vrij stellig: ”Er moet een spiegel voorgehouden worden en een besef ontstaan. Vanuit daar moet je je uitgaven niet abrupt stoppen, maar aanpassen. Dat is confronterend maar geeft je wel inzicht in hoe je het probleem kan oplossen.”

Overzicht krijgen

Maar hoe houd je die spiegel dan voor? ”Heel simpel gezegd: schrijf op wat je hebt. Zo krijg je niet alleen een overzicht, maar ga je ook gedragspatroon ontdekken. Hierbij kan het handig zijn om hulp in te schakelen, omdat de uitgaven voor jou vanzelfsprekend zijn en voor een buitenstaander abnormaal”, vertelt Vermeij.

Nusteling vindt het vooral belangrijk dat starters hun uitgaven bespreekbaar maken. ”Praat erover met vrienden. Stel samen een lijst op van je vaste lasten en vergelijk ze eens.” Hierbij kun je volgens haar bijvoorbeeld Excell of je notities gebruiken.

Verleidingen van Tilburgers

Want wat blinkt er een hoop. ‘Bling’ is in een tijdperk van social media overal en soms moeilijk te weerstaan. Welke aankopen zijn voor Tilburgers moeilijk te bedwingen?

Tips & tricks

Je wordt volgens Nusteling op social media gevoed met een slim marketing trucje genaamd ‘nu of nooit’. Sta je op het punt verleid te worden om die nieuwste krultang te kopen? ”Slaap er een nachtje over. Mocht het na een week nog in je hoofd zitten, ga dan na of je het ergens anders goedkoper of tweedehands kan kopen.”

”Een andere tip is om de kledingapps van je telefoon te verwijderen en je uit te schrijven van nieuwsbrieven. Bovendien kun je een familie-abonnement op Spotify nemen en de aanbiedingen van deze week en andere cashback acties op social media in de gaten houden”, aldus Nusteling.

Foto: Pexels

Gaat de Week van het geld effect hebben?

Echter denkt Vermeij dat de Week van het Geld geen invloed gaat hebben op het koopgedrag van starters. ”Mensen moeten geconfronteerd worden met wat ze gaan missen. Zolang starters niks missen, raakt het ze niet.”

Nusteling: ”Alle exposure voor dit onderwerp is goed meegenomen. Het is belangrijk dat starters nagaan hoe hun eigen financiële situatie eruitziet. Kijk eens op DUO en vraag jezelf af: hoeveel studiefinanciering heb ik, hoeveel heb ik al afbetaald en wat zijn mijn vaste lasten? Je bent binnen een half uurtje klaar. Begin dus nu en niet pas over tien jaar wanneer je een huis wilt kopen, een vaste baan of kinderen hebt.”

Op de website van de Week van het geld staan verschillende tips over hoe ze om moeten gaan met financiële verleiding.

Luister de aflevering over besparen van podcast ‘De ShitStarters’ hier.
Meer te weten komen over de budget coaches? Klik hier
en hier!

Door zijn opleiding HBO Bouwkunde zou je misschien denken dat Niels nu werkt als architect, stedenbouwkundige of bouwprocesmanager. Maar nee, hij is verkoopmedewerker bij de Decathlon. Waarom heeft hij deze keuze gemaakt? 

Van voltijd afgestudeerden in het tweede kwartaal van 2022 gaf 77% aan dat de aansluiting tussen de gevolgde opleiding en hun functie voldoende of goed is. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Niels werkt momenteel bij de Decathlon. ”Ik heb altijd affiniteit gehad met sport en gezondheid en ik denk dat dat ervoor gezorgd heeft dat ik een paar maanden geleden ineens de letters ‘Decathlon’ in mijn hoofd zag. Toen ik zonder werk zat, ben ik er goed over na gaan denken. Uiteindelijk heb ik gereageerd op een vacature.” Er was al snel een gesprek geregeld en Niels kon binnen een paar weken beginnen.

Verkeerde studiekeuze? 

Zijn huidige baan is niet wat Niels eerst voor ogen had. Tijdens de laatste jaren van de middelbare school is hij rationeel gaan kijken wat het beste aansloot op zijn interesses, profiel en capaciteiten. Daar kwamen uiteenlopende studies uit zoals Communicatie and Multimedia Design, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Flight Academy en Bouwkunde. Niels koos toch voor dat laatste. ”Ik was al een aantal jaren geïnteresseerd in architectuur. Daarnaast vond ik dat de opleiding een goede mix had tussen technische en creatieve competentie, waar ik me destijds goed mee kon identificeren.”  

Of Niels deze studiekeuze opnieuw zou hebben gemaakt? ”Nee, als ik in de schoenen van mijn zestienjarige zelf zou staan, zou ik Bouwkunde niet opnieuw kiezen, omdat ik nu de bouwsector opzij heb gezet om mezelf te herontdekken. Met het geweten dat ik nu heb, maak ik hele andere keuzes. Al ben ik wel dankbaar voor de persoonlijke ontwikkeling die ik heb mogen meemaken door de opleiding zelf en alles wat het teweeg heeft gebracht.” 

Oorzaken voor deze mismatch

Arbeidspsycholoog Tosca Gort van Gortcoaching geeft aan dat jongeren bij hun studiekeuze vaak niet goed nadenken of ze het werkveld ervan wel zien zitten. ”Alleen denken ‘dit werk lijkt me wel leuk’ is niet genoeg. Denk bijvoorbeeld eens na of de werkomgeving je aanspreekt, je er bevlogen van wordt, hoeveel je wilt verdienen en zelfs of je later een huis wilt kopen.” Economische omstandigheden kunnen volgens Gort ook een rol spelen bij de mismatch tussen opleiding en werk. ”Door eventuele geldproblemen moet een starter noodgedwongen aan de bak om centen te kunnen verdienen.” Een derde mogelijkheid is volgens Gort dat de studie simpelweg niet goed genoeg aansluit op de praktijk.

Alleen denken ‘dit werk lijkt me wel leuk’ is niet genoeg

Tosca Gort

Geen voldoening  

Na zijn afstuderen heeft Niels gewerkt bij een bouwkundig ingenieursbureau. Maar hij haalde er niet genoeg voldoening uit. ”Het voelde alsof mijn kwaliteiten niet helemaal tot hun recht kwamen. Hij is eerst van alles uit de kast gaan halen om te kijken of het aan de mindset lag of dat het puur werk gerelateerd was. Uiteindelijk concludeerde Niels dat het ontbrak aan chemie. Hij moest een andere koers gaan varen. ”Vaak zie je pas in de praktijk, bij je eerste baan, of al bij je stage of het werk wel iets voor je is”, verklaart Gort.

Niels is niet meteen gestopt met werken toen hij tot die conclusie kwam. ”Ik wilde een pre-master architectuur doen, waar ik nog een aantal maanden op moest wachten. Goedwillig ben ik toen doorgegaan met werken, totdat mijn lichaam signalen gaf dat het klaar was. Ik kreeg allerlei vage klachten, waardoor het zitten achter een beeldscherm steeds onaangenamer werd. Na wat gesprekken was dit voor mij de druppel om ontslag te nemen. Ik wist op dat moment eigenlijk al dat ik niet weer wilde terugkeren naar een soortgelijke kantooromgeving.”

Ik moest mezelf even volledig resetten 

Niels Damen

”Tijdens de pre-master periode begon de toekomst me ook steeds meer te benauwen, want ook als architect zit je vaak op bureau. Daarnaast waren er nog wat andere factoren die meespeelden waardoor ik na het afronden van de pre-master besloot iets in een compleet andere sector te doen. Voor mijn gevoel was dat nodig om mezelf even volledig te resetten.”  

Fijne huidige baan  

Niels is na zijn reset blij met zijn huidige werk. ”Het totaalpakket aan de voor mij belangrijke factoren bij de Decathlon klopt: de bedrijfscultuur, de sfeer op de werkvloer, de variëteit aan werkzaamheden, maar ook de mogelijkheden om je persoonlijk te ontwikkelen. Daarnaast haal ik veel energie uit het helpen van klanten en word ik mede door hen continu geïnspireerd door nieuwe verhalen.”  

Niels is niet de enige waarvan zijn opleiding niet aansluit op het huidige werk. Uit de enquête van De Kickstarters die in februari is afgenomen onder 64 (bijna) afgestudeerden in de leeftijdscategorie 19 tot en met 30 jaar, blijkt dat het werk van zo’n 36 procent afwijkt van de afgeronde opleiding. Een greep uit hun opleiding en de huidige baan lees je hieronder.  

Plan voor de toekomst

”Een droombaan als in, waar je al je talenten in kwijt kan? Op dit moment niet. Het zoeken van die ultieme passie of droombaan heeft me in het verleden veel beziggehouden en frustratie opgeleverd, omdat ik het antwoord erop niet kon geven. Ik vind heel veel dingen leuk, dus er is wellicht geen één antwoord op. Ik denk dat het voor mij werkt om me bewust te zijn van grote verwachtingen en ambities die in mij opkomen, die te parkeren en per moment te kijken waar ik sta en welke richting ik op wil. Als je zo nu en dan bekijkt of je happy bent of dat je dingen anders wilt, dan leef je je droom.” 

Als je zo nu en dan bekijkt of je happy bent of dat je dingen anders wilt, dan leef je je droom

Niels Damen

Een laatste tip van Gort: ”Een jaarlijks plan opstellen is zo ontzettend belangrijk voor je eigen persoonlijke ontwikkeling. Daarin beantwoord je wat je leuk vindt en dat biedt een inzicht over wie jij bent. Gelukkig is het thema persoonlijke ontwikkeling steeds populairder onder de jonge generatie. Zij krijgen meer zin, zijn gelukkiger en hebben meer kans op succes in het leven.”

Meer lezen over banen? Lees het hier!

Je bent starter en voor het eerst zwanger. Hoe bereid je je dan het beste voor op het ouderschap? Een baby krijgen betekent: minder vrijheid en meer verplichtingen en verantwoordelijkheden. Om je een handje te helpen, geeft zwangerschapscoach Petra Lomartire je een paar handige tips!  

Lomartire helpt vooral met het mentale stuk van de zwangerschap en een positieve mindset te vinden om met deze uitdagingen om te gaan. ”Ja, het leven verandert enorm, maar het is maar net welke draai je hieraan geeft. Dus we gaan op zoek naar de leuke, positieve kanten en zoeken naar oplossingen.” 

Steeds later een eerste kind

De gemiddelde leeftijd om je eerste kind te krijgen ligt in Nederland op 30,3 jaar. Deze leeftijd neemt al jaren toe. Dertig jaar eerder waren vrouwen nog 27,5 jaar. Uit de enquête van de Kickstarters blijkt dat 73,3 procent van de respondenten in een leeftijd van 19 tot en met 30 jaar een kinderwens heeft. Een ouder worden in deze leeftijd heeft zijn voordelen, vertelt Lomartire. ”Qua gezondheid zijn dit de ‘betere’, gezondere jaren om zwanger te worden. De vruchtbaarste leeftijd ligt namelijk rond je 24ste. Bovendien hebben jonge starters vaak nog veel meer energie om gebroken nachten met een baby te hebben en achter een peuter aan te rennen in de speeltuin.”

Manieren om te besparen op babyspullen

Door de huidige inflatie is alles een stuk duurder geworden. Naast een woning vinden is er financieel soms minder stabiliteit als je bijvoorbeeld nog aan het oriënteren bent op een carrière. Petra geeft aan dat het echt de moeite waard is om duurzame babyspullen te kopen. ”Struin Marktplaats of Vinted eens af of bezoek een keer een (Koningsdag)rommelmarkt. Omdat babyspullen maar zo kort worden gebruikt of de ouders te veel gekocht of gekregen hebben, worden ze vaak nog in een hele goede toestand verkocht en kun je er prachtige kleding met soms de labels er nog aan vinden!” 

Het hoogstnodige 

”Richt je echt op het hoogstnodige en investeer in een aantal duurzame dingen waar je langer mee doet. De babywinkels tijdens je zwangerschap leegkopen is duur!” Je hoeft je volgens Lomartire ook niet druk te maken om alles al te kopen tijdens je zwangerschap. ”Je ontdekt vaak gaandeweg de tijd mét je kind wat echt handige items zijn die je vaak gebruikt of wat je nog mist; dan is het snel genoeg gekocht. Je hoeft dat echt niet allemaal van te voren te kopen, een pasgeboren baby heeft namelijk niet zoveel nodig.” 

Foto Petra: OLYMPUS DIGITAL CAMERA 

”Als zwangere starter heb je weinig raakvlakken met leeftijdsgenoten die bezig zijn met carrière maken, daten, reizen en uitgaan. Wanneer je als zwangere fysieke klachten hebt zoals misselijkheid, moeheid en bekkenklachten is het best lastig om hier begrip voor te krijgen vanuit leeftijdsgenoten. Doordat ze niet meer zo vaak meegaan met stappen, eerder moe zijn en geen alcohol drinken gaan levens van vrienden uit elkaar groeien. En dat kan voor zwangeren of jonge ouders soms heel eenzaam voelen”, vertelt Lomartire.

Durf voor jezelf te kiezen 

”Het is belangrijk is om na te gaan waar je écht blij van wordt of behoefte aan hebt. Als je vrienden allemaal uitgaan en je bent doodmoe, voelt je misselijk en gewoon geen zin hebt om in de drukte te gaan staan met je zwangere buik, dan is het prima om even voor jezelf te kiezen. Heb je net een hele week op je werk gezeten met klagende cliënten, heb je juist wel even behoefte om een kop thee te gaan drinken met je beste vriendin en een bioscoop te pakken. Neem daar dan ook zelf het initiatief voor. Doe de dingen waar je blij van wordt en blijf dicht bij jezelf. Dat is denk ik sowieso een belangrijke les waar we allemaal meer op zouden moeten letten, zwanger of niet.” 

Vind een netwerk van mede-ouders 

”Het is belangrijk om een netwerk te vinden van mensen die al wél kinderen hebben. Want hoe fijn en belangrijk het ook is om lekker met je oude vrienden om te blijven gaan die je overigens zullen helpen om ook lekker onbezorgd dingen te relativeren, is het ook fijn om af en toe even te sparren over zorgen of onzekerheden met mensen die snappen waar je mee te maken hebt. Deels gaat dat vanzelf, als je mensen ontmoet op een crèche of in een speeltuin. Maar deels zul je daar ook zelf moeite voor moeten doen”, vertelt Lomartire. 

”Het leven met een jong kind helpt je enorm te genieten van hele kleine dingen, veel meer in het hier-en-nu te leven en zaken te relativeren. Je gaat veel sneller keuzes maken in je leven voor dingen er écht toe doen en dat is denk ik ook heel mooi.” 

Ben je single en opzoek naar datingtips? Check ze hier! Benieuwd naar wat Petra nog meer doet? Klik hier!

Dat starters moeilijk aan een huis kunnen komen, is de laatste jaren steeds duidelijker geworden. Komende vrijdag zal daarom een woonactie plaatsvinden in Den Haag, georganiseerd door Vereniging Eigen Huis en Lowlands. De actievoerders vragen aandacht voor de uitzichtloze positie van starters op de woningmarkt. Maar hoe heeft de woningcrisis zo ver kunnen komen?  

Door: Lucia Geelen & Dirkje Blikman

Uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis blijkt dat starters negatieve ervaringen hebben bij het zoeken van een koopwoning. Vooral alleenstaande starters maken weinig kans. Ook zorgt het zoeken van een koophuis voor moedeloosheid, uitzichtloosheid en veel zorgen bij starters.  

Een sprong terug in de tijd laat zien hoe de woningcrisis zich door de jaren heen heeft ontwikkeld. 

Motie Boulakjar

Door de motie van Boulakjar gaat Hugo de Jonge, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in gesprek met vastgoedeigenaren en gemeenten. ”Kijk waar je bijvoorbeeld bestaande gebouwen kunt optoppen met extra lagen of  kunt aanplakken. Hiermee kun je veel snelheid winnen om extra woonruimte te creëren. We hebben in Nederland vier miljoen vierkante meter aan leegstaande kantoorruimte terwijl we een woningtekort hebben”, vertelt Boulakjar.

Situatie nu 

De trend van oplopende huizenprijzen en woningtekorten zetten door na 2013. De gemiddelde prijs van een koophuis in Nederland is in het eerste kwartaal van 2023 zo’n 424.700 euro, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)NOS meldt dat eind 2022 mensen in de leeftijdscategorie van 25 tot 35 jaar ongeveer 200.000 euro konden lenen. Dit is gebaseerd op een gemiddeld salaris van 45.000 euro en een rente van vier procent. 

In het onderzoek van Vereniging Eigen Huis laat 67% van de ondervraagde starters weten dat ze minder willen en/of kunnen uitgeven aan een koopwoning dan de beginprijs waarvoor zij woningen vinden in hun zoektocht. Ook worden ze negen van de tien keer overboden door anderen waardoor een huis nog duurder wordt verkocht dan dat het aangeboden wordt. Hierdoor blijven starters langer thuis wonen, dat allerlei gevolgen heeft. Eén op de twee starters die deel hebben genomen aan het onderzoek woont daadwerkelijk nog thuis.  

Perspectief uitzichtloos 

Foto: D66

Faissal Boulakjar is Tweede Kamer lid van D66 en heeft onder andere de portefeuille ‘wonen’ onder zich. ”Het perspectief van jongeren nu op een betaalbare koopwoning raakt uit het zicht in Nederland en dat vind ik vreselijk. Als je straks afstudeert en je wilt beginnen met een nieuwe stap in je leven, denk aan het vormen van een gezin of het begin van een baan in de stad waar je graag wilt werken, moet het zicht op een betaalbare woning weer vanzelfsprekend zijn en dat is nu niet het geval.”

Aankomende vrijdag 10 maart komen starters daarom samen op het Malieveld om aandacht te vragen voor de uitzichtloze positie van starters op de woningmarkt. Vorig jaar was Boulakjar aanwezig op het woonprotest in Amsterdam. “Ik vind het goed dat starters zich verenigen en hun stem laten horen. Helaas missen zij in deze tijd het perspectief op een betaalbaar huis. Met deze stap naar voren laten zij hun stem horen. Zo wordt de Tweede Kamer, maar ook minister de Jonge, eraan herinnert voor wie wij dit allemaal doen. Het houdt ons scherp.”

woonactie
Woonactie Den Haag

Oorzaken woningtekort

Een reden voor het woningtekort is te weinig geschikte bouwgrond. Volgens woordvoerster Valeska Hovener van Vereniging Eigen Huis heeft de woningmarkt vele uitdagingen. “De grootste uitdaging zit hem in het betaalbaar bouwen. Dit begint bij een gemeente die bereid is om wat aan de hoge grondprijzen te doen. Zo moet de zij de betaalbaarheid in haar woonbeleid opnemen en dit beleid ook aan ontwikkelaars opleggen in de ontwikkeling van nieuwbouwhuizen. Er zullen zo meer betaalbare starterswoningen moeten komen, waarbij het aanbod van de koopwoningen dus ook aansluit op wat starters daadwerkelijk kunnen betalen.” Bovendien hebben bouwers te maken met een tekort aan vakkundig personeel. Daardoor is arbeid duurder en stijgen de kosten om woningen te bouwen. 

Andere woonsystemen 

Hoewel de oplossingen voor de wooncrisis niet voor het oprapen liggen, ziet Lowlands directeur Eric van Eerdenburg eventueel mogelijkheden in andere woonsystemen zoals het Genossenschaft in Zwitserland en Oostenrijk, en het HITAS-systeem in Finland. “Daarin is verwerkt dat grond tegen gereduceerde tarieven uitgegeven wordt en er wordt gebouwd tegen gereduceerde marges. Zo wordt voorkomen dat mensen gaan handelen in woningen en grote winsten gaan maken. Het zorgt er bovendien voor dat een deel van de woningvoorraad blijvend beschikbaar is voor starters en lage middeninkomens.” Behalve starters, kunnen ook senioren gebruik maken van dit systeem. ”Sociale huur komt vrij door mensen die nu voldoende inkomen hebben voor een sociale koopwoning, senioren die kleiner willen wonen maken een gezinswoningen vrij. Er is meer mobiliteit op deze woningmarkt”, aldus Van Eerdenburg.  

We moeten niet in slaap gesust worden

Faissal Boulakjar, D66

Ook Boulakjar (D66) is voorstander van een woonsysteem als het Genossenschaft in Wenen. ”Het geeft mensen weer de kans en vrijheid om zelf hun woning op hun manier naar eigen wensen te bouwen. Ja, we moeten leren van andere landen, maar ik denk dat we in Nederland vooral aan de slag moeten met het herstellen van goed volkshuisvestingsbeleid met sterke woningbouwcoöperaties. De Nederlandse volkshuisvestiging is op zich goed, tot voor kort in ieder geval. Nergens in de wereld hebben we zoveel sociale huurwoningen en kwalitatief sterke huurwoningen. Maar we moeten niet in slaap gesust worden. Dat sterke beleid dat we al honderd jaar in Nederland kennen, mogen we niet laten verslappen.”

Stikstofuitstoot

Het grootste probleem dat volgens Boulakjar (D66) het oplossen van de woningcrisis in de weg staat, is de te hoge stikstofuitstoot. ”Kijk bijvoorbeeld naar de recente bouwstop in Brabant vanwege te hoge stikstofuitstoot. Dit zal nog in veel provincies gaan gebeuren en dit is voor mij onacceptabel. Het stikstofprobleem zit nu in de weg en als we dat nu niet oplossen is er geen perspectief voor jongeren. We moeten dus eerst dat probleem oplossen, want hoe langer we daarmee wachten, hoe langer de wachttijd voor woningzoekenden op een betaalbare koopwoning. Hoe sneller we gaan bouwen, hoe eerder het woningprobleem is opgelost.”

We zijn blij dat starters niet meer hoeven te concurreren met beleggers

Valeska Hovener

Oplossingen

Hovener ziet op de korte termijn nog geen oplossing voor de woningcrisis onder de starters, maar er zijn in de loop van afgelopen jaar al veel regelingen veranderd. “Sinds vorig jaar kunnen gemeenten een zelfwoonplicht instellen wat het opkopen van woningen van beleggers tegengaat. Starters hoeven dan niet meer te concurreren met beleggers die vaak een veel grotere beurs hebben dan zij. En daar zijn wij al heel blij mee. Ook wordt de jubelton afgeschaft wat de kloof verkleint tussen starters met vermogende ouders en starters zonder vermogende ouders.”  

900.000 woningen in 2030

In 2030 moeten er zo’n 900.000 woningen bijgebouwd zijn. Boulakjar (D66) vindt het belangrijk dat de woningen juist voor jongeren en starters moeten zijn. Volgens hem zijn er dan ook een aantal oplossingen voor de woningcrisis op de korte termijn. ”Ga bijvoorbeeld aan de slag met kant-en-klare woningen. Dat zijn duurzame, ook wel tijdelijke woningen genoemd, die zo uit de fabriek rollen. Die kunnen zo geplaatst worden zonder moeilijke lange procedures.” 

We hebben ook nú een woningtekort, dus we moeten ook nú aan de slag

Faissal Boulakjar, D66

Boulakjar (D66) vindt het goed dat er op de lange termijn plannen worden gemaakt om de woningcrisis op te lossen. ”Hierdoor behouden jongeren het perspectief voor betaalbare woningen voor in de toekomst. Maar we hebben ook nú een woningtekort, dus we moeten ook nú aan de slag.”

Meer lezen over wonen? Dat kan hier.

Op 15 maart is het weer tijd om onze stem te laten horen! Dit keer voor de Provinciale Statenverkiezingen, die draaien om de provincie waar jij woont. Elke provincie heeft haar eigen belangrijke thema’s en kwesties die ertoe doen. De Kickstarters zoekt per provincie uit wat je moet weten voordat je gaat stemmen. In deze editie richten we ons op Zeeland!  

Elke vier jaar kun je stemmen voor de Provinciale Staten. De uiteindelijk gekozen leden vormen het parlement van de provincie. Allereerst goed om te weten: het aantal leden van de Provinciale Staten is afhankelijk van het aantal inwoners van een provincie. De provincie Zeeland bestaat uit ongeveer 386.700 inwoners, laat datasite allecijfers.nl weten. Dat maakt dat er 39 statenleden worden gekozen in Zeeland.  

Weet jij wat de verkiezingen inhouden? 

Volgens onderzoeksbureau Ipsos weten jongvolwassenen tussen de 18 en 34 jaar het minst over deze verkiezingen. Weet jij als starter wat de provincie Zeeland allemaal voor taken heeft? Om het je iets makkelijker te maken hebben we de kerntaken voor je op een rijtje gezet:  

Provinciale Statenverkiezingen in de afgelopen jaren  

De populariteit van de Provinciale Staten is niet zo groot. Dat kun je zien aan de opkomstaantallen van de afgelopen jaren. Bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 was er in Zeeland een opkomst van ruim 59 procent. Dit is hoger dan in 2015, toen lag de opkomst op 52 procent.  

Bij de Provinciale Statenverkiezingen in 2015 was CDA de grootste partij met 21.847 stemmen en werd op de voet gevolgd voor de VVD met 20.303 stemmen. Op nummer drie stond SGP met 19.629 stemmen. Vier jaar later, in 2019, was CDA weer de grootste partij met 27.810 stemmen, gevolgd door SGP met 20.624 en FvD met 20.168 stemmen. Momenteel is er in de provincie Zeeland een coalitie van CDA, VVD, SGP en PvdA.  

Er deden dertien Zeeuwse politieke partijen mee aan de verkiezingen op 20 maart 2019. Inmiddels worden er vijftien politieke partijen in Zeeland vertegenwoordigd.

Populaire partijen in Zeeland  

Uit de nieuwste peiling onder de partijen in Zeeland blijkt dat de BoerBurgerBeweging (BBB) en PvdA/GroenLinks als de grootste partijen worden voorspeld. De verliezers? CDA en FVD. 

Wat speelt er in Zeeland? 

Zeeland wil voortborduren op verschillende landelijke thema’s. Zo is het thema asielbeleid niet alleen voor Nederland, maar ook voor Zeeland erg actueel. ”Er wordt een toestroom van mensen verwacht waar onderdak voor moet worden gevonden”, vertelt Marcel Decraene, politiek verslaggever bij Omroep Zeeland in een interview op Radio NPO 1.

Ook openbaar vervoer is een belangrijk thema. ”Het openbaar vervoer gaat de komende jaren op de schop. Bussen rijden niet meer door dorpen, maar langs dorpen. Naar zogenaamde ‘hubs’ (moderne haltes).” De provincie en de gemeenten willen hiermee het openbaar vervoer in Zeeland slimmer organiseren.  

Bovendien speelt de woningcrisis mee tijdens de verkiezingen. Er is een grote behoefte aan betaalbare woningen in Nederland, ook in Zeeland. De provincie moet de komende acht jaar 16.500 woningen gaan bouwen, naar aanleiding van de provinciale woningafspraken in Den Haag.

Marcel Decraene geeft aan dat stikstof een belangrijk en vooral uniek onderwerp in Zeeland is. ”Omdat Zeeland een grensprovincie is, komt de stikstof voornamelijk aanwaaien vanuit Gent en Antwerpen.” Hierbij is de vraag hoe dit opgelost gaat worden. 

”En last but not least, de mogelijkste komst van twee nieuwe kerncentrales naar Borsele. Dat is eigenlijk een thema waar het rijk over gaat, maar toch is dit iets wat enorm speelt in de Zeeland.” 

Starters in Zeelan

Pim van den Berge, politiek verslaggever van Omroep Zeeland ziet dat Zeeland, net als andere ‘randprovincies’, kampt met het vasthouden van jongeren. ”Er heerst een gevoel dat hier niet alles is, wat er in de ‘stad’ wel is. Daardoor keren jongeren pas veel later terug. Het huidige provinciebestuur doet er heel veel aan om jongeren Zeeland niet te laten vergeten. Maar, ook hier is het inmiddels erg moeilijk om een betaalbare woning te vinden, en daarnaast lijken de banen niet interessant genoeg om de jongeren te laten aarden in hun eigen provincie.” 

Uniek in Zeeland 

Zeeuwen voelen de sterkste band met hun eigen provincie, dat blijkt uit een enquête van Omroep Zeeland onder bijna vijfduizend Nederlanders in de aanloop naar de Statenverkiezingen. Wat daarbij opvalt is dat Zeeuwen juist de slechtste band hebben met Europa.  

Op 15 maart zullen we het antwoord weten. Jij gaat toch ook stemmen?  

Laat je stem horen op 15 maart! Jouw stem is belangrijk voor de toekomst van de provincie waarin je woont. Door te stemmen voor de Provinciale Statenverkiezingen bepaal jij mede het beleid voor de komende jaren. Lees ook alles over de Provinciale Statenverkiezingen in Utrecht.

Uit de enquête van De Kickstarters die in februari is afgenomen onder 64 (bijna) afgestudeerden in de leeftijdscategorie 19 tot 30 jaar, blijkt dat 46,9 procent bij zijn of haar ouders woont. Zo ook de 28-jarige Rinse Bulkmans uit Breda. Maar welke invloed heeft langer thuis wonen op de relatie met je ouders? 

In 2012 bleven jongvolwassenen gemiddeld tot 22,8 jaar thuis wonen. Acht jaar later is dat gemiddeld 23,7 jaar, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat ligt onder het Europees gemiddelde van 26 jaar, waar de verschillen overigens erg groot zijn. Zo gaan Zweden gemiddeld voor hun achttiende uit huis terwijl Spanjaarden, Portugezen en Italianen gemiddeld tot hun dertigste levensjaar bij hun ouders blijven wonen. Dat blijkt uit een artikel van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).

Dure woningen

Eén reden waarom jongvolwassen starters later het ouderlijk huis verlaten, is de stijging van de huizenprijzen. Voor de gemiddelde koopwoning werd in 2016 nog minder dan 250.000 euro betaald. Sindsdien zijn de prijzen flink opgelopen. De gemiddelde prijs van een koophuis in Nederland is in het eerste kwartaal van 2023 zo’n 424.700 euro, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Rinse woont nog thuis

Rinse (28) woonde een paar jaar geleden nog in een Tilburgs studentenhuis. Hij was al afgestudeerd en had een serieuze baan, in tegenstelling tot zijn feestende huisgenoten. ”Het werd me daar op een gegeven moment echt te druk met die jongeren om me heen de hele dag. Maar goed, ik had geen geld om een huis te kopen. Dus vroeg ik mijn ouders of ik terug naar huis kom komen: dat kon gelukkig.”

Foto: Rinse

Thuis woon ik prima, maar ik ben 28 jaar en het wordt tijd om binnenkort uit huis te gaan.

Rinse Bulkmans

Nu woont hij bij zijn ouders en zus in de Bredase buurt Princenhage. Het gezin doet vaak spelletjes in het weekend en gaan geregeld naar wedstrijden van voetbalclub NAC. Hoewel Rinse het thuis goed heeft en zich ieder moment naar de zolder kan terugtrekken, verlangt hij naar een eigen plekje waar hij de ruimte, rust en vrijheid heeft. ”Ik merk dat de aanwezigheid van mijn ouders me soms onrustig maakt. In een stil huis thuiskomen en koken wat je zelf wilt lijkt me heerlijk later.”

Er is alleen één probleem. De juiste woning vinden is lastig. Waar Rinse later het liefst wil wonen, staat muurvast. ”Ik heb het liefst een eenpersoons appartement van maximaal twee en een halve ton op een leuke locatie in Breda, het liefst in mijn oude vertrouwde buurt Princenhage. Maar dat is tegenwoordig door de hoge huizenprijzen en het weinige aanbod lastig te vinden.”

Onrealistische eisen

Naast dat de huizenprijzen de pan uitstijgen, doet zich nog een probleem voor onder de thuiswonende starters. De eisen die veel midden twintigers hebben, zijn vaak onrealistisch, vertelt opvoedkundige Marina van der Wal. ”Ze hebben vaak veel eisen en standaarden. Door de egalitaire opvoeding die we tegenwoordig veel zien bij gezinnen (ouder-kind relatie op de voet van gelijkheid), willen zij hetzelfde huis als hun ouders destijds. Maar de tijden zijn anders nu. Je kunt niet op het eindstation beginnen terwijl je nog aan de startlijn staat.” 

Je kunt niet op het eindstation beginnen terwijl je nog aan de startlijn staat.

Marina van der Wal

Betere band 

Sinds de jaren ’90 zijn de opvoedvaardigheden van ouders en de ontwikkeling van kinderen steeds belangrijker geworden in Nederland. “We leven in een periode waarin ouders een goede band hebben met hun kinderen, en andersom. Dat komt door die egalitaire opvoeding”, vertelt van der Wal.

De opvoedkundige voegt er wel aan toe dat er vroeg of laat irritaties zullen ontstaan tussen ouder en kind. Er zullen zich bijvoorbeeld problemen rondom de privacy ontwikkelen. ”Het thuiswonende kind kan in de meeste gezinnen niet te pas en te onpas een partner mee naar huis nemen, maar daar zit je wel de algemene ontwikkeling rondom intimiteit mee in de weg.”

Invloed op de toekomst

Voor de toekomst van starters heeft langer thuis wonen zijn nadelen volgens van der Wal. ”Als er zo lang voor je gezorgd wordt, word je emotioneel niet volwassen. Wanneer je later een huishouden gaat vormen met een partner, zullen verantwoordelijkheden die je voor de kiezen krijgt, zwaar vallen. Je gaat er kortgezegd sociaal, emotioneel en financieel van achterlopen.” Om wat zelfstandiger te worden, helpt Rinse zijn ouders steeds meer mee in huis. Zo kookt hij regelmatig en maakt hij schoon. Financieel gezien hoeft Rinse zijn ouders niet te ondersteunen. 

Bovendien is het voor de ouders lastig om door te gaan naar de volgende fase in hun leven. ”De puberteit is gericht om afscheid van elkaar nemen, maar doordat zij langer thuis blijven wonen komt dat niet. Ouders kunnen hier geïrriteerd door raken en zich over die gedachte schuldig voelen. Biologisch is het gegeven dat kinderen met liefdevolle hand het nest uit gaan”, laat van der Wal weten. 

Het aantal ingeschreven jonge ondernemers van 20 tot 24 jaar is in de afgelopen vijf jaar ruim verdubbeld. Dit blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel (KvK). Het aantal ingeschreven ondernemers van 20 tot 24 jaar is sinds 1 januari 2018 gestegen van 32.523 naar 76.697 op 1 januari 2023. Zo begon ook de 23-jarige Isa Hoeksema lingeriemerk ISANOA. Maar wat komt er allemaal bij een eigen onderneming kijken?

Creatieve vrijheid

”Eigenlijk wist ik al vanaf het eerste jaar van mijn opleiding fashion & branding aan Amsterdam Fashion Institute (AMFI) dat ik mijn eigen onderneming wilde. We hadden een project waarbij we een merk moesten ontwikkelen en dat vond ik echt heel leuk. Het geeft je de creatieve vrijheid om dingen exact te doen zoals je zelf wil. Voor mij was het eigenlijk vanzelfsprekend om met lingerie aan de slag te gaan. Als jong meisje was ik al gek op lingerie en ik vind het mooi dat de juiste lingerie je zelfvertrouwen een boost kan geven.” 

Na haar studie is Isa meteen begonnen met het opzetten van lingeriemerk ISANOA. Omdat dit wat langer duurde dan ze hoopte, is ze eerst parttime bij een interieur/ serviesmerk gaan werken. Daar deed ze eerst online marketing met een focus op social media en contentcreatie. ”Het was de bedoeling om hier de eerste maanden na het starten van mijn bedrijf ook nog te blijven werken. Maar ik merkte dat ik het lastig vond om mijn creativiteit te verdelen.”

Ik was in mijn hoofd alleen maar bezig met het opzetten van mijn merk dat ik me voor mijn baan niet meer zo geïnspireerd en enthousiast voelde.

Isa

Hier staat Isa voor

Met ISANOA wil Isa de look en feel van kleine boetiekmerken die je bijvoorbeeld veel in Australië ziet, naar Nederland halen. Maar met de hoge import- en verzendkosten is het volgens haar niet aantrekkelijk om daar als Nederlandse consument te bestellen. Isa vindt het belangrijk dat iedere vrouw zich mooi en zelfverzekerd voelt in de lingerie.

Animo jonge ondernemers groeit 

Isa is niet de enige die deze ambitie voor een eigen bedrijf heeft. De animo onder jongeren om een eigen bedrijf te beginnen, groeit. Ook uit de enquête van De Kickstarters die in februari is uitgezet onder 64 (bijna) afgestudeerden van 19 tot 30 jaar blijkt dat er weldegelijk ambitie is om een eigen onderneming te starten in de toekomst, namelijk 39 procent.

Spaargeld investeren

In juni 2022 hakte Isa de knoop door en stak ze al haar spaargeld in haar lingeriemerk. ”Toen ik mijn bedrijf begon was ik niet van plan om echt al mijn spaargeld uit te gaan geven, maar toen ik eenmaal bezig was bleek alles toch net iets duurder. Ik had tijdens de periode van het opzetten van mijn bedrijf nog wel een inkomen. Daarmee heb ik een soort spaarpotje opgebouwd voor andere dingen dan mijn bedrijf. Dit was in eerste instantie het idee, maar dit is uiteindelijk ook in mijn bedrijf geïnvesteerd. 

Isa heeft niet overwogen om het geld in iets anders te steken. ”Het kopen van een huis was voor mij nu bijvoorbeeld heel onrealistisch. Ik heb er bewust voor gekozen om bij mijn ouders te blijven wonen in de start-up fase om mijn kosten zo laag mogelijk te houden. Ik geef mezelf twee jaar om mijn merk van de grond te krijgen. Binnen die twee jaar moet ik er een stabiel inkomen voor mezelf uit kunnen halen.” 

Ik dacht toen of ik kan gaan besparen en alles half doen of ik neem het risico en ga all in.

Isa

”Mijn omgeving was heel supportive! Mijn ouders vonden het wel spannend wat ik ging doen maar ze hebben altijd voor 100% achter me gestaan. Ze willen vooral dat ik iets doe waar ik gelukkig van word.”

Day in the life

Hoe een dag in het leven van de jonge onderneemster eruitziet? ”Eigenlijk is elke dag heel anders! Het is superfijn dat ik mijn hele dag zelf kan inplannen. Ik begin elke dag met de mail bijwerken en eventuele retouren verwerken. Daarna ga ik vaak aan de slag met allemaal verschillende dingen zoals social media inplannen, marketing, campagnes, website-optimalisatie en TikTok video’s maken. Mijn focus ligt erg op content maken; hoe meer content, hoe beter!”  

Plannen voor de toekomst 

Isa ontvangt nu rond de vijftig bestellingen per week. Op dit moment is ze er nog niet financieel op vooruit gegaan: alles wat ze verdient gaat meteen weer terug in de voorraad en het assortiment van haar lingeriemerk. ”De afgelopen acht maanden hebben mij laten zien dat er potentie in mijn merk zit. Ik heb veel tevreden klanten en ontvang dagelijks berichtjes van meiden die heel blij zijn met de lingerie. Daarnaast merk ik ook dat ik het heel leuk vind om mee bezig te zijn.”

”Mijn doel voor de toekomst is om mijn lingeriemerk te laten groeien en minimaal vier collecties per jaar uit te brengen en nieuwe productcategorieën toe te voegen. Ik hoop over vijf jaar een leuk team te hebben van jonge, gemotiveerde meiden die samen met mij alles op alles zetten om nog meer meiden blij te maken met prachtige lingerie.” 

Nog een inspirerend verhaal over een jonge ondernemen lezen? Lees het verhaal van Tim hier!

10/10